Jimmy’s hall

De economische recessie van de jaren dertig is voor de Ierse activist Jimmy Gralton (Barry Ward) de aanleiding om Amerika te verlaten en terug te keren naar zijn geboortestreek in het Zuid-Ierse graafschap Leitrim. Zijn moeder is blij met zijn komst, want na de dood van Jimmy’s oudere broer kan zij wel wat hulp gebruiken op de boerderij.

Op het landgoed van de familie Gralton staat de ‘Pears-Connolly danszaal’, vernoemd naar twee geëxecuteerde leiders van de Paasopstand in 1916. De jongeren uit het dorp sporen Jimmy aan om deze ontmoetingsplaats nieuw leven in te blazen, maar hij aarzelt. Tien jaar eerder werd de zaal gesloten omdat het de oorzaak was van een heftig conflict met de plaatselijke katholieke leiders, invloedrijke landeigenaars en andere reactionaire krachten. Toch gaat Jimmy overstag en in korte tijd wordt ‘Jimmy’s Hall’ een grote trekpleister voor liefhebbers van muziek, dans, poëzie en sport. Maar daar blijft het niet bij: de hall wordt opnieuw een broedplaats voor vrijdenkers, modernisten en activisten, zeer tegen de zin van het lokale establishment en de katholieke kerk. Hun invloed reikt ver – er is blijkbaar nog weinig veranderd na de onafhankelijkheidsstrijd – en na een aantal flinke botsingen moet Jimmy het onderspit delven.

JIMMY’S HALL is gebaseerd op het waargebeurde verhaal van Jimmy Gralton. Met deze film bouwt de inmiddels 78-jarige regisseur Ken Loach in zekere zin voort op THE WIND THAT SHAKES THE BARLEY, een film over de Ierse onafhankelijkheidsstrijd. Die film won in 2006 verrassend de Gouden Palm in Cannes. Ook JIMMY’S HALL werd daar dit jaar voor genomineerd, maar Loach moest zijn meerdere erkennen in WINTER SLEEP van de Turkse regisseur Nuri Bilge Ceylan.