The grand Budapest hotel icon_trailer.png

Sommige regisseurs drukken zó’n groot stempel op hun werk dat ze een genre op zich vormen. Quentin Tarantino bijvoorbeeld, of Martin Scorsese en de broertjes Joel en Ethan Coen. Tot dit illustere rijtje hoort ook Wes Anderson (MOONRISE KINGDOM, THE ROYAL TENENBAUMS). Zijn nieuwste film THE GRAND BUDAPEST HOTEL is opnieuw een échte Anderson: een mix van droge humor, vreemde verhaallijnen, hypergestileerde decors en veel kleurrijke personages die gespeeld worden door evenzoveel beroemde acteurs.

In de hoofd- en bijrollen van THE GRAND BUDAPEST HOTEL zien we weer een trits Hollywood-sterren terug: Ralph Fiennes, Edward Norton, Adrien Brody, Jude Law, Mathieu Amalric, Bill Murray, Saoirse Ronan en Tilda Swinton – en daarmee hebben we tal van bekende namen nog niet eens genoemd. Hun personages bevolken een groot klassiek hotel in het fictieve Oost-Europese land Zubrowka. De hoofdmoot van het verhaal speelt in de jaren dertig van de vorige eeuw. Tijdens dit interbellum floreert het hotel als nooit te voren, vooral dankzij conciërge Monsieur Gustave (Fiennes) en zijn loyale piccolo Monsieur ‘Zero’ Moustafe (debutant Tony Revolori), die het begrip roomservice soms wel heel letterlijk nemen. Het levert hen uiteindelijk veel op, zeker als een vaste gaste na haar overlijden Gustave een duur schilderij nalaat. Deze erfenis is het begin van een reeks verwikkelingen die zich uiteindelijk uitstrekken over bijna vijftig jaar, als de oudere Moustafe (F. Murray Abraham) in het inmiddels vervallen hotel terugblikt op zijn bijzondere leven en verleden.

THE GRAND BUDAPEST HOTEL werd geschoten in drie verschillende beeldformaten – elke periode in de film heeft daardoor een ander kader. ‘Absurd en mooi tegelijk, Anderson’s wereld is nog nooit zo spectaculair gerealiseerd’, aldus het gezaghebbende Amerikaanse filmblog IndieWire. En met een score van 87 op metacritic.com is de komedie tot nu toe één van de hoogst gewaardeerde films van dit jaar.