Pudding T

Je zult maar Ivan Olsen zijn! Moet je eens kijken hoe hij eruit ziet met z’n gele piekharen en dunne sliertjesarmen en -benen. Ivan is te klein, te mager, te slap, te onhandig, te dom, te… ja, wat eigenlijk niet? Vraag dat maar eens aan zijn pestkoppen op school. Die hebben geen moeite om hem te vinden. Of vraag het aan zijn vader. Die heeft één grote droom: Ivan moet een échte Tarzan worden. Met krachttrainingen en andere opdrachten probeert hij zijn zoon te veranderen, maar veel succes heeft het allemaal niet. Ivan doet echt wel zijn best, het lukt gewoon niet. Hij is nu eenmaal niet stoer, sterk, slim en handig. ‘Je bent een pudding-Tarzan’, roept zijn vader teleurgesteld.

Klopt er dan niets aan Ivan? Jawel hoor, hij is creatief en vermaakt zich prima in zijn eigen fantasiewereld. Bovendien boft hij met Lotty, de dochter van de schooldirecteur. Ze wil zijn vriendinnetje zijn, hoewel Ivan niet precies weet hoe hij daarmee moet omgaan. Hoe kan het dat zij hem geen sulletje vindt? Daar moet hij eerst eens over nadenken.

Alles verandert wanneer Ivan een vriendelijke heks tegenkomt en hij een wens voor één dag mag doen. Wat denk je? Hij wil in alles de beste zijn. Nu zijn de rollen omgedraaid en kan hij zijn vader en zijn pestkoppen een lesje leren. De wereld lacht hem tegemoet. Of toch niet?

De Deense animatiefilm PUDDING T lijkt qua stijl op ORLA DE KIKKERSLIKKER die we vorig jaar draaiden. Niet zo gek, ze zijn door dezelfde studio gemaakt. Bovendien zijn beide films gebaseerd op boeken van Ole Lund Kirkegaard, de kinderboekschrijver met een voorliefde voor antihelden en dwaze humor.