the_fighter.jpg

The fighter

The fighter icon_trailer.png

Bij boksfilms denk je al gauw aan kneukfilms, zoals Van Kooten en De Bie het genre ooit zo mooi noemden. U weet wel, de dertien-in-een-dozijn vechtfilms en andere ROCKY-klonen uit de ramsjbakken. Toch kan het wel degelijk anders, zo bewezen Oscar-winnende boksklassiekers als RAGING BULL en MILLION DOLLAR BABY eerder. In dat rijtje past ook THE FIGHTER, die afgelopen voorjaar de Oscars won voor de beste mannelijke én vrouwelijke bijrol (Christian Bale en Melissa Leo).
THE FIGHTER vertelt het waargebeurde verhaal van Micky Ward (Mark Wahlberg), een Amerikaanse lichtgewicht bokser. Eind jaren tachtig maakt Ward korte tijd furore, maar door persoonlijke problemen verdwijnt hij vervolgens van het strijdtoneel. Een kleine tien jaar later keert hij weer terug in de ring, en in 2002 en 2003 vecht hij een reeks duels uit met Arturo Gatti - harde partijen die beide mannen telkens weer in het ziekenhuis doen belanden.
Nog interessanter dan zijn bokspartijen is de strijd die Ward privé levert. Hij moet niet alleen opboksen tegen zijn dominante moeder annex manager (Leo), maar ook tegen zijn halfbroer Dicky Ecklund (Bale), een verslaafde ex-bokser die zijn trainer is. Ward en Ecklund hebben een bijzondere haat-liefdeverhouding, die de spil vormt van de film.
Regisseur David O. Russell (bekend van de bijtende Irak-satire THREE KINGS) weet in THE FIGHTER het wat afgekloven stramien van alle boksverhalen - opkomst, neergang, comeback, victorie - naadloos te mengen met het familiedrama. Hoewel hij de boksgevechten natuurgetrouw in beeld brengt, legt hij de nadruk van zijn film bij de worsteling tussen de drie familieleden. Het is misschien sneu voor hoofdrolspeler Mark Wahlberg, die zelf het initiatief nam voor THE FIGHTER, dat hij jaren van bokstraining niet beloond zag met een Oscar. Zijn tegenspeler Christian Bale speelt hem echter als getergde bajesklant overtuigend van het doek.